Als jong meisje liep ik met een zusterkapje op mijn hoofd en een dokterskoffer in mijn hand. Het kwam dan ook voor niemand als een verrassing dat ik later in de zorg ging werken.
Ik ben nu 47 en al sinds mijn twintigste werkzaam in de ouderenzorg, waarvan een groot deel bij Cicero (en haar rechtsvoorgangers) als verpleegkundige. Vroeger heb ik veel intramuraal gewerkt. Maar na een aantal jaar begon het toch te kriebelen om het ergens anders te zoeken. Ik heb buiten de ouderenzorg hier en daar eens meegelopen, maar merkte dat mijn hart toch echt bij de ouderenzorg ligt. Cicero daagde me toen uit en bood aan bij andere afdelingen, waaronder de thuiszorg, een dagje mee te kunnen lopen. En dat beviel zo goed dat ik daar ben gebleven!
Het leuke aan de thuiszorg vind ik dat je de cliënten op een andere, heel persoonlijke manier leert kennen omdat je bij hen thuis in hun privéomgeving komt. Ook vind ik de afwisseling van de thuiszorg leuk. Ik ben veel op pad en de zorgtaken en administratie wisselen zich goed af. Ook is het werk erg zelfstandig. Je moet hierdoor spontaan zijn, meedenken met de cliënt, oplettend en soms vindingrijk zijn. Soms gebeurt er iets waarvoor je de spullen niet bij je hebt, dus dan moet je toch oplossingsgericht en creatief denken en handelen!
Het allermooiste is wanneer je een cliënt bij elk bezoek een beetje ziet opknappen. Terwijl je een band opbouwt met de cliënt en diens omgeving, zie je dan hoe hij of zij steeds zelfstandiger wordt. Soms zelfs zo dat de zorg (deels) afgebouwd kan worden!
Eraan bijdragen dat mensen zo lang mogelijk gezond en gelukkig thuis kunnen wonen: daar doe ik het eigenlijk voor.